Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jozua zeide: Ach, Heere HEERE! waarom [11]hebt Gij dit volk door de Jordaan ooit doen gaan, om ons te geven in de hand der [12]Amorieten, om ons te verderven? Och, dat wij toch tevreden geweest en gebleven waren aan gene zijde van de Jordaan! 11. Hebreeuws, passerende doen passeren. Hier schijnt Jozua door menselijke zwakheid, vanwege de geleden schade, wat ter zijde af te treden. 12. Versta hieronder, al de zeven volken, die het land, den Israelieten van God beloofd, bezaten.